|
||||||||
Als je, zoals ondergetekende, al een decennium of vier meedraait in dit vak, dan gebeurt het niet echt vaak meer dat je al ondersteboven bent van een plaat, nog voor je ze uit de hoes gehaald hebt en toch is dat precies wat me overkwam bij deze dubbele LP (met bijgeleverde CD), die verpakt zit in één van de allermooiste hoezen die ik ooit mocht vasthouden: dit is namelijk een waar kunstwerk, zowel aan de binnenkant als voor- en achteraan. Tel daarbij op dat de LP’s in een prachtig groen vinyl geperst zijn en dat de binnenhoezen ook al pareltjes van grafiek zijn en U zal me begrijpen. Dat artwork -die term is hier dus écht op z’n plaats- is van de hand graficus en muzikant Jedi Noordegraaf, een man die we in Vlaanderen nauwelijks kennen, maar die een behoorlijk volle portfolio kan voorleggen en ik voeg dan ook met heel veel plezier de link naar zijn website bij: http://studiovandaar.nl. Dit allemaal gezegd zijnde: het feit dat je een plaat op het eerste gezicht al heel bijzonder vindt, houdt een risico in: je gaat als luisteraar namelijk je “lat der verwachtingen” evenredig hoog leggen en dat betekent dat een artiest er best makkelijk onderdoor zou kunnen gaan, maar laat me meteen duidelijk zijn: Canvas Blanco rondt de kaap er huizenhoge verwachtingen moeiteloos. Eigenlijk was dit voor mij een makkie: ik had werkelijk nooit eerder gehoord van deze Utrechtse band rond Jozua Koffeman en Arjan De Wit. Ook hun debuut van enkele jaren geleden was volledig aan mij voorbij gegaan, zodat ik behoorlijk onbevangen kon gaan luisteren en wat bleek? Het bleek al snel dat deze plaat meer dan een beetje verslavend werkt. Ze duurt, alles samen iets minder dan 80 minuten, vier LP-kanten dus en ik moet zeggen dat ik de voorbije dagen nauwelijks iets anders beluisterd heb dan deze plaat en dat de achttien tracks, op de LP’s netjes symmetrisch gespreid op 4-5-5-4 schema, intussen erg vertrouwd in de oren zijn gaan klinken. Het bovengenoemde duo is weliswaar de kern van Canvas Blanco -dat denk ik toch- maar wordt hier tot een kwartet uitgebreid middels de inbreng van percussionist Robbert Deurloo en toetsenist Jozua Dieleman en kent daarnaast nog een viertal gastmuzikanten, die samen voor een heel bijzonder geluid zorgen. Ik vind dit een heel organische verzameling songs, die je, zo stel ik me voor, het beste in één forse ruk beluistert, gewapend met een goeie hoofdtelefoon en zo ver mogelijk verwijderd van alles wat stoorzender zou kunnen spelen. De songs zelf bevatten immers meer dan voldoende onverwachte wendingen en verrassende klanken om van begin tot einde te kunnen boeien. Dat is niet evident voor zo’n lang opus, dat bij momenten erg vertrouwd in de oren klinkt en je meer dan eens op het verkeerde been weet te zetten. “I made It Up” haalde de jongste dagen al wel de radio, “Story Dust” doet me aan het beste van The Nits denken, “Silly Boy” heeft het ten huize van ondergetekende al een beetje tot lokale hit geschopt en is bijzonder radiowaardig. Maar door deze titels eruit te halen, doe ik eigenlijk onrecht aan aan de overige vijftien, waarmee ze een ech geheel vormen. De term “Europicana” heb ik heus niet zelf bedacht, maar hij past wel als gegoten bij deze ontzaglijk knappe verzameling songs, die je nogal ademloos achterlaten en die het je bijzonder moeilijk maken om onderweg af te haken. Indrukwekkend, voor minder ga ik niet! (Dani Heyvaert) releasedata: 10 april 2019
|
||||||||
|
||||||||